2014.10.25 / Karel
Dr. Hiëronymus van der Straeten
28.07.2014
Het oude gerechtsgebouw in de Hasseltse Lombaardstraat wordt het nieuwe huis voor CIAP. Dat jij er de openingstentoonstelling mag maken, lijkt me niet toevallig. Het spanningsveld tussen verdwijnen en verschijnen, dat in je werk een rode draad vormt, kan er optimaal tot uiting komen.
Ik had het geluk om het gebouw in augustus 2014, net voor de deskundige architecturale ingrepen van CIAP, nog even te kunnen ervaren. De pracht en praal die de macht en grootheid van de rechtbank tot uiting brachten, maakten plaats voor actuele kunst. Het gebouw dat stond voor gerechtigheid en de rechte lijn, geeft nu onderdak aan de kronkelweg, de tocht van zoeken en tasten, de noodzaak van creatie, de onweerstaanbare drang om zich te uiten. Het werd een vrijplaats voor het rizoom.[1] De nieuwe tentoonstellingsruimte toont het verschuiven van de tijd. In een vroeger weefsel zijn nieuwe accenten aangebracht. Er wordt even stilgestaan om niet ter plaatse te blijven trappelen. Elk bestaan is relatief.
Ook de relativiteit van ons bestaan is een terugkerend onderwerp in je werk. Portretten in een vergulde lijst die je in de nieuwe context van het gebouw binnenbrengt, lijken er op het eerste zicht altijd al te zijn geweest. Ze rijgen verleden en toekomst aan mekaar.
De recente schilderijenreeks ‘Karel’ contrasteert vormelijk sterk met de hierboven vermelde beelden, maar vloeit er inhoudelijk rimpelloos mee ineen. Deze werken tonen de persoon Karel vandaag. ‘Karel’ is het portret van dé Karel, maar eveneens van de mens. Het is ook jouw portret en dat van de kijker. Er is zoveel weggelaten dat je tijdens het kijken ernaar tijd moet nemen om zelf in te vullen.
In ons laatste gesprek hadden we het over het recht van de traagheid. Het lijkt alsof rijpingsprocessen overbodig zijn geworden, maar daar hebben we het later nog over.
Het concept van deze tentoonstelling heb je in elk geval laten groeien, zodat werk, ruimte en tussenruimte één geheel zijn geworden. De verschillende plekken in het gebouw zijn een metafoor voor de kamers in je hoofd. Ze volgen je denkpatroon. Het gaat ook over macht, relativiteit, vervuiling en de droom van zuiverheid. Je krabbels, schetsen, aantekeningen en teksten reflecteren over de wereld van vandaag. Ze zijn een voedingsbodem voor de werken die je later wil creëren. Je dagboeknotities vormen het archief van dit denken.
[1] In de biologie betekent ‘rizoom’ een ondergrondse wortelstokkenstructuur. Vertrekkend vanuit dit begrip introduceerde filosoof Gilles Deleuze het ‘rizomatisch denken’.